Btw - bestuurdersaansprakelijkheid (Hvj C-613/23 - zaak Herdijk)

21-12-2023 -

In Nederland kunnen bestuurders van een rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld met betrekking tot een aantal in de wet genoemde belastingen. Een van die belastingen betreft de omzetbelasting. Wil men enig kans van slagen hebben om hieraan te ontkomen, moet de bestuurder tijdig melding maken van betalingsonmacht bij de belastingdienst. Als de melding tijdig is gedaan, is de bestuurder alleen dan aansprakelijk als vast komt te staan dat het niet betalen van de belasting het gevolg is van aan die bestuurder te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur.

Als de melding van betalingsonmacht niet (tijdig) is gedaan, wordt vermoed (op grond van een wetsfictie) dat het niet betalen van de belasting het gevolg is van onbehoorlijk bestuur van de bestuurder. Met andere woorden, de aansprakelijkheidsstelling is dan in principe een feit. Bovendien geldt dat men in deze situatie alleen de mogelijkheid krijgt tot het weerleggen van dit vermoeden als de bestuurder eerst bewijst dat het niet (tijdig) melden van betalingsonmacht niet aan hem te wijten is. Een bestuurder komt in een dergelijke situatie veelal voor een volstrekt onmogelijke opdracht te staan. Zeker gezien de jurisprudentie van de Hoge Raad op dit punt.

Op dit punt heeft de Hoge Raad in een nieuwe zaak nu redenen gezien om vragen te stellen aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Men wil weten of deze wettelijke systematiek in overeenstemming is met het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel.

De uitkomst van deze zaak kan van groot belang zijn voor bestuurders in Nederland. Als namelijk vast komt te staan dat bestuurders in Nederland feitelijk teveel worden beperkt in hun mogelijkheden om tegenbewijs te leveren, kan de aansprakelijkheidsstelling voorkomen worden.

De Hoge Raad heeft in oktober 2023 de vragen gesteld aan het Hof van Justitie en het Hof van Justitie heeft de zaak recentelijk gepubliceerd op de website.

Voordat het Hof van Justitie over de zaak beslist, zal de Advocaat-Generaal waarschijnlijk eerst worden gevraagd een advies te geven. Dit advies verwachten wij in het voorjaar van 2024. Daarna volgt de beslissing van het Hof van Justitie.

Wij houden u op de hoogte van deze zaak via nieuwsberichten op onze website.



logo element

Heeft u vragen over dit bericht of wilt u het onderwerp verder doorspreken, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen via info@vatpartners.com