Btw - teruggaafverzoek andere lidstaat - termijnen - niet fataal - Hof van Justitie C-746/22

Ondernemers kunnen de btw in een andere lidstaat terugvorderen via een speciale online procedure. Nederlandse ondernemers die in een andere lidstaat btw willen terugvorderen, melden zich separaat aan voor deze online procedure in Nederland. Na ontvangst van de inloggegevens, kan er vervolgens een teruggaafverzoek / -procedure gestart worden. Het teruggaafverzoek wordt door de Nederlands belastingdienst doorgestuurd  naar (bijvoorbeeld) de Duitse belastingdienst, die het verzoek verder inhoudelijk in behandeling neemt. Daarbij gelden strikte termijnen. Het niet op tijd indienen van het teruggaafverzoek of het te laat insturen van naderhand opgevraagde stukken, kan leiden tot het afwijzen van het teruggaafverzoek.

Dit heeft ook een ondernemer ervaren die in Hongarije een teruggaafverzoek had ingediend. Het verzoek was tijdig ingediend, maar de Hongaarse belastingdienst had om aanvullende stukken gevraagd aan de ondernemer. Voor het aanleveren van deze stukken zijn strikte termijnen van toepassing. De ondernemer heeft de opgevraagde stukken niet op tijd kunnen aanleveren, waardoor de Hongaarse belastingdienst het teruggaafverzoek heeft afgewezen. In het bezwaar dat daarop volgde, heeft de ondernemer alsnog de opgevraagde stukken aangeleverd. De Hongaarse belastingdienst stelde zich op het standpunt dat dit niet meer mogelijk was aangezien de termijn daarvoor was verlopen en dit niet meer goed gemaakt kon worden in de bezwaarprocedure. Daar heeft het Hof van Justitie nu een stokje voor gestoken (zaak C-746/22). Het Hof van Justitie heeft bepaald dat de ondernemer de mogelijkheid moet hebben om in de latere bezwaarprocedure de stukken alsnog in te brengen. De eerder gestelde termijn voor het aanleveren van de stukken is namelijk geen (definitief) vervaltermijn. Uitsluiting van deze stukken in een latere procedure is dan ook niet mogelijk. Bijzonder genoeg was het Hof van Justitie in een soortgelijke zaak uit 2019 al tot eenzelfde oordeel gekomen. Niettemin heeft Hongarije nogmaals geprobeerd ondernemers de pas af te snijden door op grond van een formele houding het teruggaafverzoek onmogelijk te maken. Het is dan ook goed om te zien dat het Hof van Justitie nogmaals duidelijk maakt dat termijnen zeker niet altijd fataal zijn.

De afhandeling van buitenlandse teruggaafverzoeken wordt doorgaans als zeer formeel ervaren dor ondernemers. Dit leidt er soms toe dat dergelijke verzoeken niet meer worden ingediend. De laatste jaren heeft het Hof van Justitie door uitspraken in andere soortgelijke zaken meer duidelijkheid kunnen geven over de (on)mogelijkheden van lidstaten om teruggaafverzoeken te accepteren of te weigeren. Als u daar vragen over heeft, of als u momenteel een discussie heeft over een teruggaafverzoek, aarzelt u dan niet contact met ons op te nemen.

Heeft u vragen over dit bericht of wilt u het onderwerp verder doorspreken, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen via info@vatpartners.com