Opladen elektrische voertuigen (EV) - keten van betrokken partijen

30-04-2024 -

Het opladen van een EV is niet zo spannend, zeker niet voor de heffing van btw. Over de aankoop van elektriciteit is btw verschuldigd en wel tegen het standaard btw-tarief. De wereld die schuil gaat achter het opladen van een EV is wel spannend, of in ieder geval ingewikkeld. Dat wordt veroorzaakt door het feit dat er vaak meerdere partijen betrokken zijn bij het (uiteindelijk) opladen van de EV. Daarbij kan men bijvoorbeeld denken aan de partij die eigenaar is van de infrastructuur, de partij die kaart / ‘druppel’ / app uitgeeft en waarmee men zich kan aanmelden bij de ‘pomp’ en vervolgens elektriciteit kan laden, de leasemaatschappij en de berijder van de auto. Deze partijen zijn allemaal betrokken bij één enkele oplaadsessie van een EV. De vraag is vervolgens, hoe verloopt de btw-heffing tussen deze partijen als een EV wordt opgeladen?

Deze vraag is niet nieuw. Sterker nog, de discussie is al 21 jaar oud en is gestart met de ALH-casus (HvJ 6 februari 2003, C-185/01). Alhoewel het destijds andere brandstof betrof (diesel, benzine of lpg), was het ook hier de vraag of de pompstationhouder levert aan de berijder van de auto, aan (bijvoorbeeld) de leasemaatschappij of de onderneming die de tankkaart uitgeeft (e.g. Shell, DKV, Total, Esso et cetera). De uitkomst in 2003 was verrassend, namelijk dat de brandstof rechtsreeks wordt geleverd aan de berijder van de auto. Met andere woorden, de keten tussen de pompstationhouder en de berijder van de auto was geen partij bij de levering van de brandstof. Dat riep de nodige uitdagingen en problemen op in de praktijk, met name ook op het punt van de aftrek van btw die was betaald op de brandstof. Lidstaten hebben daarvoor zelf, naar eigen inzicht, oplossingen voor bedacht en geïmplementeerd. Zo ook in Nederland.

Met de opkomst van de EV’s en de infrastructuur daaromheen voor wat betreft het laden van de EV, is deze vraag weer actueel geworden.

Casus Digital Charging Solutions GbmH (C-60/23)

De Advocaat-Generaal (A-G) bij het Hof van Justitie heeft recent een conclusie uitgebracht in deze zaak. Een uitspraak van het Hof van Justitie verwachten wij dan ook dit jaar. Wellicht zelfs nog voor de zomer. Het belangrijkste punt uit de conclusie is (kort samengevat) dat de A-G van mening is dat de commissionairsfictie kan worden toegepast. Op basis van deze fictie wordt de elektriciteit geacht te zijn geleverd aan en door de betrokken partijen in deze keten. Elke partij in deze keten kan dan ook de btw op de levering van de elektriciteit in aftrek brengen. Als het Hof van Justitie dit advies overneemt, is dit een belangrijke koerswijziging in de jurisprudentie en een zeer welkome vereenvoudiging in de praktijk. Al was het maar dat de uitspraak en daarmee de toepassing van de commissionairsfictie in elke lidstaat zou moeten worden toegepast. 

In deze casus, en daarmee ook in dit advies van de A-G, zijn de feiten en omstandigheden van groot belang. Zo is het in deze casus mogelijk om de levering van de elektriciteit te scheiden van de overige diensten die verband houden met het opladen van een EV. Dit feit is van wezenlijk belang voor het advies van de A-G om de commissionairsfictie te kunnen toepassen.
De partij die die kaart / ‘druppel’/ app uitgeeft en waarmee de bereider van de auto toegang krijgt tot het laadstation, levert doorgaans meerdere prestaties aan de kaarthouder. Daarbij kan worden gedacht aan administratieve diensten, verzorgen van toegang tot een laadnetwerk en eventueel ook nog financiële diensten. Onder bepaalde omstandigheden kunnen deze diensten en de levering van de elektriciteit opgaan in een nieuwe, samengestelde prestatie. Alsdan is toepassing van de commissionairsfictie waarschijnlijk niet meer mogelijk. Deze fictie vereist namelijk dat wat wordt ingekocht door de commissionair (elektriciteit) als zodanig wordt doorgeleverd door de commissionair. Als er bij de commissionair echter een nieuwe, samengestelde, prestatie ontstaat vervalt de mogelijkheid van de commissionairsfictie. Het is afwachten hoe het Hof van Justitie hierover zal oordelen.



logo element

Heeft u vragen over dit bericht of wilt u het onderwerp verder doorspreken, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen via info@vatpartners.com