Btw-uitdagingen voor sportclubs in het digitale tijdperk
Steeds vaker zet de sportsector moderne technologie in om fans een betere ervaring te bieden en de relatie met supporters te versterken. Denk hierbij aan het live streamen van wedstrijden, het herbeleven van hoogtepunten en het gebruik van apps. Via de apps ontstaan bovendien steeds meer mogelijkheden voor zogeheten ‘in-app aankopen’, zoals het aanschaffen van digitale producten, diensten of merchandise.
Het aanbieden van deze digitale diensten brengt belangrijke btw-vraagstukken met zich mee. Dit vloeit voort uit specifieke EU btw-wetgeving inzake digitale diensten. Op basis van deze wetgeving wordt in elk geval bepaald:
Kort samengevat, en toegespitst op de supporters (B2C markt), de EU btw-wetgeving bepaalt dat de btw over deze diensten verschuldigd is in het land waar de supporter woont. Met andere woorden, hoewel moderne informatietechnologie het steeds eenvoudiger maakt om diensten aan supporters buiten Nederland te verkopen, brengt dit een uitdaging met zich mee op het gebied van btw. In veel gevallen is de club namelijk buitenlandse btw verschuldigd. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat de club op de hoogte moet zijn van de btw-tarieven in de verschillende landen. Tevens dient de administratie hierop te worden aangepast.
Daarnaast is bekend dat deze diensten nagenoeg nooit 1 op 1 worden verricht (club -> supporter). Digitale diensten worden vrijwel altijd geleverd via een keten van verschillende aanbieders. Zeker ook omdat men bepaalde partijen nodig heeft die “Turnkey platforms” aanbieden met de benodigde digitale infrastructuur om deze diensten te kunnen verkopen en om betalingen te kunnen verwerken. Deze ketens zijn vaak lang en grensoverschrijdend. In zulke gevallen is het vaak moeilijk, zo niet onmogelijk, om te bepalen wanneer de diensten uiteindelijk aan de supporters worden geleverd en wie verantwoordelijk is voor de btw op die levering. Om die redenen kent de EU btw-wetgeving een (commissionairs)fictie die bepaalt wie in deze keten als de leverancier van de dienst aan de eindverbruiker moet worden beschouwd (en dus de btw is verschuldigd). Ik kan alvast verklappen dat dit doorgaans niet de club is. Tenslotte, de fictie zelf geeft weliswaar een vereenvoudiging, maar in de praktijk blijkt het vaak best lastig te bepalen of die fictie nu wel of niet geldt.
Het is dan ook geen verrassing dat er wordt geprocedeerd over dit soort vragen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) heet zich inmiddels in verschillende zaken uitgesproken over de toepassing van deze wetgeving en hoe deze moet worden toegepast in de praktijk. Deze uitspraken maken duidelijk dat er al snel in het buitenland btw is verschuldigd en dat de eerder genoemde (commissionairs)fictie vaak van toepassing is op digitale diensten, waaronder in-app aankopen en streamingdiensten. Voor de clubs betekent dit dat (a) er doorgaans geen Nederlandse btw is verschuldigd maar buitenlandse btw en (b) deze buitenlandse btw door een andere partij is verschuldigd. Het is belangrijk dat u bij een eventuele controle door de Belastingdienst kunt aantonen en onderbouwen waarom er geen Nederlandse btw is berekend over de verkoop van deze diensten.
Het is daarom essentieel om de eigen business case en de wijze waarop digitale diensten worden aangeboden, te toetsen aan de EU btw-wetgeving en de interpretatie daarvan door het HvJ EU. Zo voorkomt u verrassingen achteraf en zorgt u voor een juiste btw-afdracht in de verschillende landen waar uw diensten worden aangeboden.
Heeft u vragen over de btw-gevolgen van digitale diensten of wilt u uw situatie laten toetsen aan de recente jurisprudentie? Neem gerust contact met ons op.
Heeft u vragen over dit bericht of wilt u het onderwerp verder doorspreken, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen via info@vatpartners.com
14-09-2025 - De belastingautoriteiten van de lidstaten worden in toenemende mate geconfronteerd met fraudegevallen en situaties waarin geen btw wordt afgedragen, bijvoorbeeld als gevolg van liquiditeitsproblemen In het afgelopen decennium is er dan ook een duidelijke stijging waarneembaar in het aantal zaken met betrekking tot aansprakelijkstelling voor de btw, evenals in het aantal btw-fraudezaken.
Lees meer07-09-2025 - Btw en Transfer Pricing. Ogenschijnlijk twee onderwerpen die niets met elkaar te maken hebben. Dit is ook decennialang zo toegepast in de praktijk. Een discussie over de correlatie van deze twee onderwerpen is wel al een tijd in de maak. Kernvraag is, hebben correcties op basis van Transfer Pricing regels invloed op de btw?
Lees meer04-09-2025 - Btw en Transfer Pricing. Ogenschijnlijk twee onderwerpen die niets met elkaar te maken hebben. Dit is ook decennialang zo toegepast in de praktijk. Een discussie over de correlatie van deze twee onderwerpen is wel al een tijd in de maak. Kernvraag is, hebben correcties op basis van Transfer Pricing regels invloed op de btw?
Lees meer06-08-2025 - Indien de leverancier met de afnemer een intracommunautaire levering is overeengekomen, maar de afnemer besluit de goederen naar een land buiten de EU te vervoeren in plaats van naar een andere lidstaat, kan alsnog het 0% btw-tarief worden toegepast. In dat geval geldt het 0% btw-tarief bestemd voor exporttransacties.
Lees meer